In de Tweede Kamer werk ik met hart en ziel aan emancipatie. Voor gelijkwaardige deelname aan de samenleving van alle burgers vind ik een basisinkomen noodzakelijk. Daarom ben ik ben blij dat het basisinkomen voor alle burgers nu onderdeel uitmaakt van het programma van GroenLinks.
Eén van mijn belangrijkste zorgen is dat de helft van de Nederlandse vrouwen voor hun inkomen afhankelijk zijn van de overheid of hun partner. Onbetaalde zorgtaken, zoals mantelzorg, worden het vaakst uitgevoerd door vrouwen. Als de partner wegvalt, komen vrouwen vaker in armoede terecht. Dat werkt later ook door in een kleiner pensioen. Hierdoor leven ook veel vrouwen op oudere leeftijd in armoede.
De standaard in Nederland is nog steeds een gezin met een werkende man en parttime werkende vrouw met zorgtaken. Hierop zijn bijvoorbeeld ook ons belastingsysteem, het onderwijs en de kinderopvang ingericht. Maar het systeem van dit man/vrouwhuishouden voldoet niet meer. Eén derde van alle huishoudens in Nederland bestaat namelijk uit eenoudergezinnen. Vaak is dat een moeder met jonge kinderen die in armoede opgroeien. Dit is een bijna vergeten groep die in beleid en regelingen van de overheid nauwelijks herkend en gehoord wordt.
De Toeslagenaffaire legt de scheuren in ons sociale stelsel bloot. Sociale zekerheid is verstrikt in fraude, informatieplicht en controles. Mensen met een uitkering worden steeds verder onder druk gezet. Om een indruk te geven over aantallen: van de 7,9 miljoen Nederlandse huishoudens krijgen er jaarlijks 5 miljoen een of andere toeslag. Dat gaat om huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderbijslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag. De administratie en controles rond die toeslagen helpen mensen niet werkelijk vooruit. Integendeel, ze maken hen vaker inactiever en kwetsbaarder