Tijs Laenen doet mee met het project Basic Income in Belgium, dat wordt uitgevoerd door drie universitaire teams. Het doel is om het idee van het basisinkomen serieus te nemen voor een hervorming van de welvaartsstaat en met concrete voorstellen te komen voor België en Nederland.

“ De politieke toekomst van het basisinkomen is in de meeste Westerse landen niet rooskleurig, maar Nederland zou wel ’s de uitzondering kunnen zijn. ”

De Vereniging Basisinkomen organiseerde een lezing over basisinkomen.De jonge Vlaamse wetenschapper Tijs Laenen gaf zondag 7 mei jl. een zeer interessante lezing in Amsterdam. Als je 'm gemist hebt, kun jij hier zijn lezing op YouTube zien en de uitgebreide discussie vind je hier. In de bijlage onder het artikel vind je de PowerPoint-presentatie om alle informatie nog eens rustig te bestuderen. 

Waarom heeft invoering van basisinkomen in Nederland meer kans dan in andere ontwikkelde landen?

  • Basisinkomen moet niet alleen een alternatief zijn voor het huidige systeem, maar ook gezien worden door het grote publiek als beter dan het bestaande systeem. In veel Europese landen wordt het basisinkomen en het huidige systeem met  een toets op inkomen en betaald werk voor de bijstand als gelijkwaardig gezien. Al in 2016 vonden meer mensen in Nederland een onvoorwaardelijk systeem beter dan het huidige systeem. Dat is voordat het toeslagen schandaal losbarstte.
     
  • In veel landen bestaat geen AOW. Dat heeft twee nadelige effecten op de bereidheid van de politiek om basisinkomen in te voeren. 1. Ouderen staan negatiever tegenover basisinkomen invoeren, omdat ze bang zijn daarvoor te moeten mee betalen en er zelf weinig profijt van te hebben. Ouderen zijn gemiddeld de rijkste groep in de maatschappij. 2. De politiek zal eerder de ouderen dan iedereen een AOW/basisinkomen willen geven, als dat nog niet bestaat, want dat is een grote groep die vaak stemt en zich weinig op de arbeidsmarkt begeeft. Nederland heeft al een AOW en daarom speelt dat niet.
     
  • Bijna altijd staat de vakbeweging negatief tegenover een basisinkomen. In Nederland heeft de FNV een positieve grondhouding en is ook het CNV niet afkerig.
     
  • Uit een enquête in 2021 blijkt dat grote delen van het electoraat positief staan tegenover een basisinkomen. Kiezers van linkse partijen als PvdA en SP gaan met 58 % voor een basisinkomen van €1.500 en groene kiezers van GroenLinks en PvdD gaan met eveneens 58 % voor een basisinkomen van €1.000. Rechtse kiezers van PVV en FvD willen met 51 % ook een basisinkomen van €1.000 en een grote minderheid van VVD kiezers (43%) ziet ook € 1.000 wel zitten. Christelijke kiezers van CDA en CU willen met een grote minderheid een hoog basisinkomen van €1.500 maar daar staat dan wel de verplichting van betaald of onbetaald werk tegenover. De enquête is gehouden in 2021. De BBB was toen nog een kleine partij en werd niet meegenomen.