Voorzitter van de denktank Jan Atze Nicolai doet het welkom en voorwoord. Hierin vertelt hij hij kort over de totstandkoming van de Denktank, en stelt dat een universeel basisinkomen in deze tijd -onder meer door inflatie, toenemende armoede, de duurzaamheidscrisis en oorlog in Europa- meer nodig is dan ooit.
Overbetuwe-raadslid Hanneke Bruinsma doet de eerste inleiding. Ze vertelt hoe zij het basisinkomen lokaal op de agenda heeft gekregen, en dat dat niet zonder slag of stoot ging. “Geduld, geduld, geduld, dat is toch wel het sleutelwoord. Zonder een lange, hele lange adem kom je er niet.” Bruinsma vertelt hoe ze het basisinkomen de afgelopen jaren steeds maar weer probeerde op de agenda te zetten, vaak zonder de verwachting dat er iets mee werd gedaan. Dat werkte: in de coalitieonderhandelingen met de twee grootste partijen van Overbetuwe, Gemeentebelangen Overbetuwe en het CDA, spoorde Bruinsma en haar GroenLinksfractie de coalitiepartners succesvol aan om een zin over het basisinkomen in het akkoord op te nemen. Concreet betekent dat dat de gemeente Overbetuwe landelijke proeven omtrent het basisinkomen de komende jaren zal ondersteunen, en lokale experimenten gaat overwegen.

Lokaal succes dus, maar er zijn nog genoeg obstakels: gemeenten hebben zeer beperkte bevoegdheden als het gaat om de uitvoering van de bijstand, en de zin in het akkoord van Overbetuwe gaat mede daarom in op experimenten die door de landelijke overheid zijn opgezet. Die experimenten zijn er nog niet. Mede daarom houdt Bruinsma haar verhaal; om andere lokale politici aan te sporen dezelfde weg als haar te bewandelen zodat het basisinkomen in meerdere gemeenten op de agenda komt te staan. Dat kan ook de druk op de Haagse politiek opvoeren om écht concrete stapjes naar een eventueel basinkomen te zetten.
Elke stap is er één, en Bruinsma spreekt het voorzichtige vertrouwen uit dat lokaal enthousiasme uiteindelijk tot landelijke aandacht leidt: “Het is nu gelukt in Overbetuwe, vandaag zijn we in Utrecht, dan komen Amsterdam en Den Haag hopelijk ook wel!”
In sommige gemeenten lopen wel al concrete experimenten die te verenigen zijn met de principes van het basisinkomen. Daarover vertelt spreker Marleen van der Kolk, oprichter van Stichting het Bouwdepot. Het Bouwdepot is een initiatief waarin kwetsbare jongeren tussen de 18 en 21 een jaar lang maandelijks 1050 euro ontvangen. Er doen 6 gemeenten mee aan het experiment, waaronder Amersfoort en Eindhoven. De jongeren stellen vooraf een leerplan op waarin ze hun doelen voor het komende jaar beschrijven, maar zijn verder volledig vrij in hoe ze het bedrag besteden.


Van der Kolk: “We werken vanuit vertrouwen. Veel jongeren hebben te maken met trauma’s, en de financiële zekerheid die het Bouwdepot ze biedt, geeft ze voor het eerst de rust en verantwoordelijkheid om hun zaken op orde te krijgen. De meeste jongeren weten zelf heel goed wat ze het hardste nodig hebben.”
De eerste resultaten zijn bemoedigend: deelnemers kiezen er bijvoorbeeld voor om terug naar school te gaan, hun rijbewijs te halen, of hun kamer in te richten. Anderen besluiten om eerst aan de slag te gaan met traumaverwerking, of om met begeleiding af te kicken van een drugsverslaving. Sommigen geven in eerste instantie niets uit: ze besluiten eerst een buffer op te bouwen door hun geld te sparen. “In begeleidende gesprekken vragen we de jongeren wel naar hun redenen om het bedrag wel of niet uit te geven, maar uiteindelijk is keuze aan hen”, aldus Van der Kolk. “Vanuit onze benadering is het ook belangrijk dat jongeren de vrijheid krijgen om fouten te maken, zonder daar meteen keihard voor afgestraft te worden.”
Ondanks de bemoedigende resultaten verloopt de uitvoering van het experiment niet zonder slag of stoot. Sterker nog: Het Bouwdepot kreeg, specifiek in Eindhoven, te maken met actieve tegenwerking vanuit Den Haag. Het experiment zou in strijd zijn met de Participatiewet, en voormalig staatssecretaris Dennis Wiersma schakelde de landsadvocaat in om te onderzoeken of er in Eindhoven sprake was van ‘ongeoorloofd lokaal inkomensbeleid’. Met het aantreden van het nieuwe kabinet leek de houding ten opzichte van het experiment te veranderen, ten gunste van het Bouwdepot, vertelt Van der Kolk: “Carola Schouten (huidige minister voor Armoedebeleid, red.) lijkt iets positiever te zijn. We mogen door. Maar daar hebben we wel ontzettend ons best voor moeten doen in talloze vergaderingen. Ook echt respect naar mensen als Renate Richters, (Eindhovense wethouder betrokken bij Het Bouwdepot, red.) die zich heel hard hebben ingezet om het voor elkaar te krijgen, ook wat betreft de financiering.”

Lokaal lijkt het basisinkomen dus te leven, in allerlei vormen. Maar hoe zit dat bij de bestuurlijke elite? Voorafgaand aan de discussie overlegt voorzitter van de Vereniging Basisinkomen Alexander de Roo kort de stand van zaken in de Haagse politiek. Er is brede sympathie voor het basisinkomen bij de achterbannen van Partij voor de Dieren, D66, GroenLinks, en in mindere mate de PvdA, al ontwijkt die laatste partij de term basisinkomen vooralsnog. “Maar ook de VVD kijkt achter de schermen naar een hervorming en versimpeling van de bijstand. Dat is nog zeker geen basisinkomen, maar we willen de komende tijd wel met de partij in gesprek blijven om te kijken welke kant ze op willen”, aldus De Roo.
Vanzelfsprekend krijgt GroenLinks extra aandacht. In het landelijke programma staat dat de partij ‘het ideaal van een basisinkomen omarmt’, tijdens het afgelopen congres werd een amendement om het basisinkomen binnen acht jaar in te voeren aangenomen. Ondanks die steun onderneemt de partijtop vooralsnog geen actie. Tijdens de coalitieonderhandelingen was het basisinkomen geen punt voor Jesse Klaver, die regeringsdeelname wenste. Ook als lid van de oppositie maakt hij zich nog niet publiekelijk hard voor het plan. Dat leidt tot verbazing en frustratie bij verschillende (raads)leden binnen de Denktank. De verdenking valt dat Klaver het plan vooral vanwege persoonlijke en politiek-strategische motivaties in de ijskast heeft gezet. De aanzet tot een landelijke proef lijkt daarmee ver weg.
Een middag van contrasten: lokaal enthousiasme, idealistische inzet, bemoedigende resultaten en de wil tot samenwerking staan tegenover een stug politiek proces, een tegenwerkende politieke elite, onuitgevoerde moties en allerlei andere zaken die bewijs zijn voor de kloof tussen de burger en politiek. De bal rolt, maar langzaam, en er zijn nog genoeg valkuilen op de weg. Het basisinkomen kan bestuurlijk en politiek- en op elk ander niveau- nog alle steun gebruiken.
Verslag door Vincent van Zutphen

